Van Ho Chi Minh Stad naar Hoi An & Hue.
Door: Marco & Christian
Blijf op de hoogte en volg Marco
03 Augustus 2014 | Vietnam, Hoi An
Half vijf, één of meerdere baby's begonnen te huilen. Niet even, nee lang. Gelukkig niet in onze couchette. Dus dat verzachte het leed weer wat. Niet veel later begon er een muziekje af te spelen, wat gaat er gebeuren? Moeten we opstaan? Even later ook een stem. Voor aankomst bij een station werd wat verteld over de omgeving, in het Vietnamees en daarna in iets wat iets weg had van Engels. Hier en daar hoorde je wat gerommel. Zou het een station zijn? Waarschijnlijk.
Niet veel later begon de trein in snelheid af te nemen en kregen we dan ook antwoord op die vraag. We kwamen aan in Nha Trang. Chris is inmiddels weer ingedut. Ik ga toch maar eens buiten een kijkje nemen, eerst door het raam en daarna op het perron. De zon kruipt langs de glooiende heuvels omhoog, de rijstvelden ontvouwen een voor ons uniek uitzicht.
Bijna kruipend zie je mensen uit de trein komen, sommigen met alleen een kleine tas, anderen helemaal volgeladen. De mensen zijn hier heel klein, de meesten kleiner dan Christian. Ze zijn oud, en dragen zoveel bagage, is dat wel goed?!
Ik hoor een fluitje, en nog een. Enkele deuren klappen dicht. Ik maak een laatste foto en wil ook naar binnen gaan. Bij elke deur zit een trapje, als de trein weggaat dan doen ze over dat trapje een klepje zodat je niet via het trapje de trein kan verlaten, zonder dat de deur open is. De meneer van dit treinstel had het klepje al dicht gedaan, heel vriendelijk was hij niet, want hij was ook niet meer van plan het open te maken, dus ik moest gaan klauteren. Goed, ik was binnen, de trein vertrok naar zijn volgende bestemming. Ik bleef nog even wakker, ook al was het vroeg en had ik nog maar enkele uurtjes geslapen. Met de opkomende zon was het hier zo prachtig. Mannen en vrouwen, met van die typische kegelvormige hoedjes op, zijn al aan het werk op de velden. Het is nu nog niet zo warm, nog maar 28 graden, dus valt mee...
Zo'n twee, drie of misschien wel 4 uur verder stopte de trein weer, deze keer in Dieu Tri. De meneer met zijn dochter en broer verlieten de trein. Hij kwam van oorsprong uit Korea. Hij heeft hier gestudeerd en is nu doctor in de geothermische techniek. Hij ging nu naar de plaats waar hij verder is opgegroeid, in Vietnam.
We zeiden gedag en daar gingen ze. Even was de couchette wat leger, maar dat duurde niet lang. Een oudere man en (ik denk) zijn vrouw kwamen binnen. We knikte elkaar gedag, de vrouw ging de bedden weer netjes maken en ik probeerde weer wat te slapen. Na verloop van tijd kwam (ik gok wederom) haar dochter met kind. Paps verliet de couchette. Ik ging weer verder slapen.
Naar weer een tijdje werd ik wakker. Het was inmiddels goed licht geworden. De contouren van het landschap waren nu duidelijk zichtbaar. We passeerde verschillende dorpen, landbouwgronden etc. Sommige huizen stonden zo dicht langs het spoor, waardoor we letterlijk door de achtertuin van sommige mensen reden. Ze stonden, zaten of hingen vlak langs de passerende trein.
We rijden rond de 60 tot 80 km/h. Bochten, rechten stukken, hobbelig, we passeerden het allemaal. Na nog gestopt te hebben bij verschillende andere stations kwamen we iets na twee uur aan in de middag. Ga Da Nang. Ruim van te voren begon de muziek weer te spelen. Daarna werd er weer het een en ander verteld over Danang.
We pakte onze spullen in en moesten wachten totdat de trein ook stil stond. Dat duurde even, maar uiteindelijk mochten we de trein verlaten. Veel mensen gingen er op dit station uit.
Buiten bij het station stond de chauffeur van het hotel voor de komende twee nachten. Onze spullen stonden snel in de auto en we vertrokken.
Aan de ene kant van de weg, strand, zee met veel resorts. Ook veel in aanbouw of halverwege gestopt, ook hier is het crisis? Aan de andere kant van de weg enkele karstgebergtes en veel huisjes. Het valt op dat vele huizen hier op dezelfde wijze zijn gemaakt. Buishuizen noemen ze dit. Dit type woning is gebouwd in de Ledynastie, ze zijn soms maar twee meter breed, dat is niet handig met veel van onze breedbeeld tv’s! De onderste gedeeltes van de huizen worden vaak gebruikt als werkplaats. Dit zie je in het straatbeeld vaak terug.
Na een rit van zo’n twintig minuten kwamen we aan bij het hotel, in Hoi An. Onze spullen werden uit de auto gepakt en binnen tien minuten waren we op onze kamer. Een ruime kamer, uitzicht over de reisvelden en een deel van de stad van Hoi An.
Na ons even te hebben opgefrist zijn we richting de stad gelopen. Ons werd verteld dat dit zo’n 10 minuten lopen is, in werkelijkheid bleek dit toch wel iets langer te zijn. Achja, we hebben vakantie!
Aangekomen in het oude centrum was het toch wel even bekomen. Wooh! Wat was dit anders dan Ho Chi Minh Stad. De hectiek van daar was hier veel minder. Veel minder brommers en getoeter, en zelfs tussen een bepaalde tijd mogen er geen brommers in de oude stad. Heerlijk genieten dus!
Naast de rust was het ook zo mooi. Oude gebouwen in allerlei kleuren, van steen en hout. Boten groot en klein, helemaal versierd met schilderingen, maar wat opvalt is dat op elke boot twee ogen staan, waar deze voor staan komen we na een paar dagen achter…
De zon ging alweer langzaam onder, het was inmiddels al bijna half zeven. Dit zorgde voor enkele mooie kliekjes. Het is hier schitterend.
Na een heerlijke maaltijd bij een klein restaurantje aan de haven, zijn we nog langs enkele bezienswaardigheden en kraampjes gelopen. In de avond staan er namelijk enkele kraampjes opgesteld die allemaal leuke hebbe dingen verkopen. Het een nuttiger dan het ander, maar leuk! Bij elk kraampje stond ook ‘’kijken rustig rond, bij vragen staan wij voor u klaar’. Heerlijk niet van die verkopers die je portemonnee al leeg trekken voordat je een keer met je ogen geknipperd hebt.
We liepen verder via de Japanse Overdekte brug, ooit gebouwd, jazeker u raad het al, door de Japanse Handelsgemeenschap in Hoi An.
Na een hobbelige nacht, een rit naar Hoi An en de wandeling door de oude stad zijn we nu toch wel toe aan een goede rustige nachtrust. Ikzelf ben verkouden van de airco’s die overal veel te koud staan, ik ga dus ook niet onder de airco liggen vannacht.
Maandag 4 augustus 2014
De zon schijnt onze kamer binnen en de vogels hoor je buiten fluiten. Het is half negen. Ik besluit op te staan en wat te rommelen in mijn tas. Even later wordt ook Chris wakker. We gaan naar het ontbijt. Uitgebreider dan ons vorige hotel.
Na het ontbijt gekeken wat we vandaag wilde doen. We gaan Hoi An per fiets verder verkennen. Nadat we twee fietsen gepakt hebben, de banden hebben opgepompt en de tas in ons fietsmandje hebben gedaan zijn we dan ook vertrokken.
Op naar de oude stad. Het was ochtend, dus vele mensen gingen naar hun werk, brommers vol geladen met allerlei etenswaren en andere spullen.
We kwamen als eerste aan bij de markt, hier hebben we om heen gefietst, toch eerst maar wat drinken. In ons boekje stond een restaurantje/cafeetje aangegeven. Net iets buiten de drukte. Groot, aan het water, met een mooie tuin. Na enkele fruitshakes, een bananenpannenkoek en gebakkenbanaan zijn we terug naar de markt gefietst. Hier hebben we genoten van allerlei geuren en kleuren. Vele kraampjes met eten. Mooi gesorteerd. Van tomaten, paprika’s, lychees tot garnalen, krabben en anderen soorten vlees en vis. Het was er allemaal aanwezig. Er zat ook een vrouwtje dat heel graag van ons een foto wilde maken, met mijn camera, hmz, toch maar bedankt en doorgelopen.
Terug bij de fiets kwam er een mevrouw op ons afgestapt die geld vroeg omdat ze op onze fiets had gepast. Het moet niet gekker worden. Ze doen echt alles om aan geld te komen. Zo Hollands dat we dan ook weer zijn, wij de fietsen gepakt en gewoon gegaan. De vrouw deed ook niet moeilijk en liep weg.
We fietste langs de haven richting de Japanse Overdekte Brug, Vanaf daar zijn we naar een ander eiland gefietst. Hier hebben we een kleine ronde gemaakt. Hier leefde de mensen die werkte in de oude stad. Sommige hadden mooie huizen, sommige vervallen en bijvoorbeeld met een golfplaat boven hun hoofd. Dat doet je dan ook maar weer denken hoe goed wij het hebben.
Na ook het eiland befietst te hebben zijn we terug richting de oude stad gegaan.
Het is er zo mooi en rustig, niet voor niets Unesco Erfgoed. Na allerlei straatjes met verschillende winkeltjes waar ze allemaal verschillende tierelantijntjes verkochten, en verschillende oude pandjes die er allemaal zo mooi uitzien. Bij een cafeetje gestopt en hier wat gegeten en gedronken. Vanuit hier zijn we eerst naar een toeristenbureau gefietst, om een tour te reserveren voor morgen en daarna richting het strand gefietst, jaja, dat hebben ze hier ook. De weg ernaar toe is erg mooi. Dan niet zozeer de weg, maar vooral de omgeving. In het begin fietste we natuurlijk nog in de stad, waar je hier en daar toch wel goed moest uitkijken dat je niet omver gereden werd door brommers, taxi’s of de wat grotere auto’s die elkaar allen probeerde in te halen. Later fietste we langs de rijstvelden met grazende koeien die vastzaten aan touw en steen. De langzaam ondergaande zon zorgde voor mooie uitzichten.
Na zo’n half uur fietsen kwamen we aan bij het strand. We parkeerde onze fietsen en wilde richting het water lopen. Nog voordat we bij onze fietsen wegliepen snelde enkele mannen richting onze kant om aan te geven dat de fiets wel bij hen geparkeerd kon worden tegen betaling, nee, hij staat hier prima.
Lopend langs de branding, genieten van de mensen die er dobberen in het water (al dan niet met zwembandjes aan), sommige met een bal op het strand.
Het werd al donker en aangezien wij geen licht op de fiets hadden, en waarschijnlijk is er ook geen licht langs de weg, leek het ons dan ook verstandig richting ons hotel te gaan fietsen.
Over de zes baan weg kwamen we langs enkele huisjes, velden met mais en rijst. Ik herinner me dat ik in de tas een accu heb zitten om bijvoorbeeld de telefoon op te laden. Op die accu zit ook een lampje. Met het lampje in de hand, dan naar achter, dan naar voren schijnend zijn we verder gefietst. Dit voelde toch wel iets veiliger. We kwamen uit bij ‘Hai Ba Trung’ een straat die ze volgens mij in elke stad hebben. Hier sloegen we linksaf en fietsen we weer langs enkele rijstvelden. Dit was te merken, het was er vochtig, er waren veel muggen en ander gespuis. Snel doorfietsen dus. Al snel kwamen we uit bij het hotel. We zijn voldaan voor vandaag. Nu eerst een heerlijke douche. Hierna de tas en koffer ingepakt, we gaan morgenavond dan ook alweer verder richting onze volgende bestemming Hue, en overdag gaan we een tour maken naar My Son.
Nadat alles is gecheckt, ingepakt en opgeruimd bellen we nog even met het thuisfront en hierna gaan we slapen.
Dinsdag 5 augustus 2014
Half zeven, de wekker gaat. Nadat ook de laatste spullen zijn ingepakt gaan we ontbijten. Alweer de laatste keer hier. Wat gaat de tijd toch snel. Iets voor half acht gingen we onze tas en koffer pakken om uit te checken.
Toen moesten we wachten op de bus voor de tour naar My Son. Op internet stonden enkele recensies over het bedrijf. De ene goed de andere slecht. Maar de slechte zouden niet over het bedrijf zelf gaan, maar over bedrijven die dezelfde naam gebruiken. Naja we hopen dus maar op het beste.
We worden opgehaald tussen half acht en acht uur. De klok tikte en het was bijna acht uur, nog geen bus. Iets over acht, nog geen bus. Zal het dan toch wat er op internet stond….
Zes over acht was de bus er, het was druk op de weg. Nadat we nog enkele andere mensen opgehaald hebben zijn we dan ook echt richting My Son vertrokken.
We kwamen langs vele dorpjes. Wat opviel is dat er in heel Vietnam bijna niets wordt weggegooid. Als bij ons thuis de ventilator het niet meer doet dan kopen we gewoon een nieuwe. Maar hier, hier wordt echt alles gemaakt, net zo lang tot het echt uit elkaar valt, en zelfs dan, kan het zijn dat het toch nog op een manier weer wordt gemaakt. Bij elk huis is dan ook een werkplaatsje waar wel iets gemaakt wordt. Erg mooi om te zien. Ze hebben ook nog van die losse pompen waar olie in zit om bijvoorbeeld auto’s of brommers te voorzien van nieuwe olie. Tankstations, zoals we die bij ons kennen, zie je hier amper. Na een tijdje komen we aan bij de ingang van My Son. De gids geeft aan dat we de entreegelden aan hem moeten betalen, anders duurt het zo lang bij de ingang. Prima. We betalen hem, we stappen allemaal uit de bus (dat moest, wat de reden hiervoor was, is nog steeds onduidelijk). We lopen over de brug, de bus volgt ons en we stappen weer in. De gids heeft de kaartjes en deelt ze uit. Na nog enkele minuten rijden komen we bij het begin van het pad dat ons door het My Son park zal leiden.
Het is warm, heel warm vertelt de gids. Maar hij verzacht de ‘pijn’; ‘Het wordt nog warmer vandaag’, met een grijns op z’n gezicht.
Hoewel het hindoeïstische tempelcomplex My Son veel toeristen aantrekt, is het zeer te moeite waard. Het lijkt inmiddels laagseizoen, want op de grote parkeerplaats bij het ingangsgebied staan ‘slechts’ enkele bussen. Voordat we te voet vertrekken richting de tempels krijgen we nog de gelegenheid om drinken te kopen voor de wandeltocht, de gids deelt ook flesjes water uit.
Als iedereen klaar is geeft de gids aan welke pad we op moeten. We komen langs een vervallen tempel, niet interessant genoeg, de gids loopt door want zo veel tijd hebben we niet vandaag. We mogen snel een foto maken, en dan gaan we door. Het complex is opgedeeld in verschillende delen (A t/m H), B, C en D zien er nog het beste uit: tijdens de Vietnamoorlog is zo’n 80% van alle tempels verloren gegaan. We beginnen bij een van de gerestaureerde delen, E en F. De gids legt uit hoe de tempels bebouwd zijn, er is namelijk geen cement gebruikt! De stenen werden op gewoon elkaar gelegd en daarna werd per gedeelte van het bouwwerk er een vuur omheen gemaakt. Zo werden de stenen aan elkaar ‘vastgebakken’. De gids legt uit dat deze manier van bouwen ervoor heeft gezorgd dat anno 2014 nog steeds delen in (deels) originele staat te zien zijn. Gelukkig zijn er nog kaarten van een aantal bouwwerken, aan de hand daarvoor zal het complex in te toekomst gerestaureerd worden. Het is inmiddels erg warm en we krijgen tijd om zelf nog wat foto’s te schieten. Met de drukte valt het ons alleszins mee. We nemen nog een ijsje (met cornflakes erin) en gaan terug naar de bus. Daar zien we dat het al wat drukker is met groepen toeristen die de tempels komen bezoeken. Gelukkig zijn we al klaar, want het is nu toch wel erg warm! De bus vertrekt naar de Thu Bonrivier. Bij een wat onbeduidende oever/kade stappen we uit. Meer mensen dan gedacht stappen uit en gaan nog een boottocht mee maken. Er wordt wat uitgelegd wat we gaan doen, wederom door de gids, hierna vertrekken we.
Na een minuut of twintig komen we aan bij een eilanddorpje: ‘Làng Môc Kiai Bóng’, het is een dorpje waar ze nog veel met hout producten werken. Ze maken er beeldjes, meubels, eigenlijk alles van. Ook komen we er in dit dorpje achter waar de ogen op de boten voor staan, want de boten maken ze ook hier. De ogen kijken uit over de rivier, vertelt de gids, hij kan de mensen in de boot dan waarschuwen voor gevaren, voornamelijk voor krokodillen! Een erg logische redenering uiteraard, maar altijd fijn om te weten.
Na een wandeling van nog geen twintig minuten gingen we al weer naar de boot terug, op naar onze laatste bestemming van de tour, een restaurantje in Hoi An. Naast ons zaten Belgen, het duurde dan ook niet lang voordat we aan de praat waren. De jongen die mee was, had wel weer eens zin in Vlaamse frieten! Het gezin maakt juist de tegenovergestelde reis dan de onze, namelijk van Hanoi naar HCMC, via o.a. Huế. Na de lunch lopen we nog over de lokale markt en langs het water in Hoi An. We genieten nog van een hapje (salade van tonijnsashimi) en een drankje (ananassap) bij een cafeetje met dakterras waar we de bedrijvigheid op straat van bovenaf gadeslaan.
Terug bij het hotel checken we onze bagage nog en gaan we met de hoteltaxi naar het station van Danang, hier vertrekt namelijk onze trein naar Huế.
In Danang aangekomen duurde het niet lang voordat de trein aankwam. De deuren naar het perron gingen open. De trein remde af. De mensen stapte uit de trein. Wij en vele andere lieten bij de trein hun kaartje zien en mochten gaan zitten. Deze keer hadden we geen bed, nee we hadden een stoel. Soft seat noemen ze dat. Hard seat bestaat ook, maar dat is letterlijk op een houten plank, zonder airco. Goed, wij hadden dus soft seat. Een zachte zitting, hmz…. Bijna. Het tafeltje, dat zou moeten kunnen uitklappen en dan dienst moet doen als tafel, was kapot en klapte helemaal naar onder. Op het andere klaptafeltje zaten nog wat stukken kauwgom van onze voor (Voor voor voor) ganger?
Chris is nog even lopen over het perron, hier en daar maakt hij wat foto’s van de trein en omgeving. Ook heeft hij wat te knabbelen gehaald voor de twee uur durende rit.
Al gauw bleek de rit wat langer te gaan duren. Door vertragingen van andere treinen en het enkele spoor op veel lange stukken, moesten de treinen met vertraging voor. Hierdoor hebben wij inmiddels al een uur vertraging opgelopen. Het traject van Danang naar Huế moet heel mooi zijn, je gaat langs de kust, over bergen en langs kliffen. Helaas is het donker. Dit vinden we erg jammer, want we hadden dit graag willen aanschouwen. Ondertussen kwamen de voedselkarren weer voorbij. Deze keer kip en saté. Het antwoord is dan ook: nee.
Tijdens de rit maar even een filmpje gekeken op de iPad
Zo rond de klok van tien uur kwamen we dan eindelijk aan op het station in Huế. Snel uitstappen en kijken welke taxi het beste zou zijn.
Een jonge meneer snelde naar ons toe en bood zijn taxi aan. Oké, prima.
Hij reed enorm om, volgens onze google kaart, maar vooruit, hij moet ook iets verdienen op deze avond…
Aangekomen in het hotel werden we hartelijk ontvangen, schaaltje fruit en een drankje. Heerlijk!
Al snel zijn onze namen ook hier geleerd en spreken ze ons dan ook met die namen aan. Een kruier droeg onze koffers en de andere persoon vertelde wat over het hotel en de stad. De kamer was ge-upgradet, fijn, nu met bubbelbad!
We zitten op de 7e verdieping en kijken over de stad uit. We hebben een computer in de kamer, en nog voordat wij de kamer in konden was hier even een google pagina geopend met wat bloemetjes.
Na een welterusten van de meneer van hotel hebben we ons opgefrist, daar waren we na deze dag echt aan toe!, en zijn we gaan slapen. Morgen namelijk één dagje in Huế, dus daar moeten we ook goed gebruik van maken.
Chúc ngủ ngon !
Woensdag 6 augustus 2014
Vandaag zijn we later begonnen met ons programma. Bij het ontbijt krijgen we een kaart. Dat hebben we niet eerder gekregen. Wel erg slim, dan hoef je natuurlijk niet alles klaar te hebben liggen en eventueel weg te gooien. Een heerlijk omelet met kaas en tomaat, pancakes en fruit. Heerlijk genoten dus.
Na het ontbijt zijn we gaan kijken wat we vandaag willen doen. Hierna spullen pakken en uitchecken. De mevrouw van de receptie legt ons uit wat we vandaag allemaal kunnen gaan doen. Uiteindelijk kiezen we ervoor om met een auto naar en de Tombe van Tu Duc te gaan. Zo’n 10 km buiten het centrum van Huế. Daarna gaan we terug met de auto richting de Parfumrivier, waar we worden afgezet bij een bootje. Hiermee vervolgen we later de dag dan onze tocht.
Maar voordat het zover was moesten we eerst wachten op de chauffeur die ons naar de tombe zou brengen. Dit duurde even, zeker vijftien minuten.
Net toen we nog het een en ander wilde gaan opzoeken kwam de chauffeur. Prima auto mét (harde) airco! De tombe is niet zo ver weg, we zijn er met een kleine twintig minuten. We spreken met de chauffeur af dat hij ons over anderhalf uur weer ophaalt, voor de zekerheid noteren we ook zijn telefoonnummer (al spreekt hij geen woord Engels).
Het tombecomplex is compact en alles is gemakkelijk te bewandelen. Hoewel het erg warm is, gaan we alle interessante plaatsen langs. Bij de ingang zien we meteen een grote gracht en lotusvijver met een eiland in het midden. We zien verschillende tombes met bijgebouwen voor bijvoorbeeld alle vrouwen die keizer Tu Duc had. Het heuvelachtige landschap is prachtig vormgegeven, overal staan grote dennenbomen en mooie planten. Als we alles gezien hebben gaan we terug naar de ingang, waar onze chauffeur al staat te wachten. Hij brengt ons naar het centrum van de stad, naar de kade waar een boot ons naar Thien Mu pagode brengt. De eigenaresse van de boot probeert gelijk een maaltijd te verkopen, maar het is onduidelijk wat voor gerechten het waren, het stond namelijk alleen in het Vietnamees aangegeven. Niet erg handig dus. Besloten dan ook niet te gaan eten op de boot. We vertrokken. Ons is verteld dat de Parfumrivier de mooiste vergezichten heeft van héél de wereld.. Nou we wachten. Het is mooi maar om nou te zeggen de mooiste van de hele wereld?
Al goed, we zijn lekker aan het dobberen en af en toe komt er een ander bootje langs met toeristen, vissers en ander transport. Tijdens de tocht naar de pagode ging de vrouw de boot even schoonmaken. Ze haalde met een emmer water uit de rivier en gooide dit over de houten planken. Moeten we meer naar voren zitten? Ze zei niets, dus het zal wel niet. Ze pakte er een schrobber en ging aan de slag. Op de rand van de boot klom een kleine leguaan omhoog. We wezen het beestje aan, dit hadden we beter niet kunnen doen, de vrouw pakte het beest en gooide het in het water.. Nou dat was ook weer niet de bedoeling.
De vloer is schoon en de vrouw pakt een aantal bakken, hierin zitten allerlei kaarten, kralenkettingen, en nog veel meer rommel. Ze pakte een geplastificeerd blaadje waarop stond dat de prijzen heel redelijk zijn en haar helpen bij het onderhoud van de boot en haar familie. Nou de prijzen waren verre van redelijk, dus het afdingen begon weer. Van haar gezicht was af te lezen dat ze dat niet wilde. Er kwam nog meer rommel bij, nee zeiden we beide, dat hoeven we echt niet (natuurlijk knikkend en met gebaren).
Na half uur varen komen we aan bij de Thien Mu pagode. De boot blijft bij de kade op ons wachten, wij stappen uit. De pagode valt van ver al op, hij is namelijk 27 meter hoog en staat op een heuvel met daaromheen enkele bijgebouwen. Achter het complex lag een veld, ik denk zo’n 10 voetbalvelden groot, waar allemaal grafzerken stonden. Ze waren allemaal mooi versierd. Het terrein is langgerekt met een parkachtige inrichting achter de pagode. Er staan bij de ingang nog twee belangrijke gebouwen, één met een grote bel en één met een grote trom. De bel zou van ver in de heuvel te horen zijn.
Het is inmiddels een ruim uur later en we besluiten terug te gaan naar de boot. We gaan richting de citadel van Huế. We worden bij een soort van kade afgezet. Er handig is het niet, want we moeten door de perktuintjes lopen van de gemeente en volgens mij is de tuinman er niet heel erg blij mee. We lopen de gigantische stadsmuur tegemoet. Op een van de torens staat een enorme vlaggenstok met de grootste vlag van Vietnam die we tot nu toe zagen.
Het citadel ziet er van de buitenkant ook zeer groot uit! We lopen naar de ingang, wat achteraf niet de ingang is om binnen de keizerlijke stad te komen, dus we lopen nog wat verder. Niet lang daarna arriveren we daar en moeten we via de toeristen ingang naar binnen. Ja er is ook een ingang voor locals. Zij betalen minder dan wij, ach verschil mag er wezen toch?
Binnen de stadmuren onthullen zich allerlei tempels, de een nog indrukwekkender dan de ander. De eerste tempel waar we naar binnen staat een hele mooie troon. Hier zat vroeger de keizer tijdens staatsaangelegenheden. Binnen mogen er geen foto’s gemaakt worden, maar buiten staat dat niet aangegeven. Dus toch een fotootje gemaakt..
Het is warm, heel warm misschien zelfs wel heet. Af en toe verdwijnen de wolken en is het te warm om verder te lopen, we zoeken dan ook af en toe verkoeling onder de bomen of in de tempels. Zoals in vele tempels staan er veel verschillende beelden en heeft alles een betekenis.
Veel gebouwen zijn ook erg aan restauratie toe, hier en daar zijn ze ook al begonnen met het restaureren van de gebouwen. Wanneer we helemaal achterin het citadel zijn, komen we bij mooie tuinen, sommige met een vijver, andere met een paviljoen. Het is rustig, wat het bezoek erg prettig maakt en je geen hordes mensen voor je hebt lopen.
Het is bijna tegen zessen en we gaan ons dan ook naar de uitgang begeven.
Doordat we maar een dag in Huế zijn, kunnen we natuurlijk maar een beperkt aantal zaken zien, dit is jammer, maar ook wel prima.
We zijn dan ook voldaan na deze dag en gaan richting het hotel. Hier frissen we ons nog even op en doen nog een boodschap voordat we naar het station gaan.
Hanoi is de hoofdstad van Vietnam, en alweer onze laatste bestemming in dit land. Bij het station van Huế is het alweer een drukte van belang. We hebben onze kaartjes bij de hand, en we zitten klaar in de wachtruimte tot de trein aankomt op spoor 1. Inmiddels zijn ook een grote groep Nederlanders binnengekomen, bij het minste of geringste ontstaat er bij hen grote hilariteit om het een of ander. We houden ons gedeisd. Inmiddels blijkt bij navraag dat de trein een vertraging heeft van zo’n 30 minuten. Alle passagiers worden alvast nestjes naar het perron begeleid, hier staat ook aangegeven waar men moet gaan staan om bij het goede rijtuig in te kunnen stappen. De hoeveelheid personeel dat gereedstaat voor de aankomst en vertrek van één trein is enorm. Het geeft een sfeervol geheel: een vervallen treinperron in half duister, spoormedewerkers in uniform compleet met lantaarns en allerlei geluiden van passerende goederentreinen en natuurlijk alle passagiers met soms ietwat vreemde bagage. Helemaal vooraan staat een machinist met uniform en een pet waar de NS jaloers op mag zijn. De vriendelijke machinist vertelt ons als we hem aanspreken dat de trein er zo aankomt en zo het geschiedde. Alle koffers in de trein en binnen enkele minuten zijn we weer op weg: op naar Hanoi! Als we in de trein zitten is het al kwart voor tien in de avond en dus tijd om te gaan slapen!
-
11 Augustus 2014 - 12:48
Kees Loose:
Het is goed dat ik met prepensioen ben. Kan ik er eens goed voor gaan zitten om al jullie belevenissen eens te lezen.
Deze keer door onderhoud aan de site wat later dan de bedoeling was. Maar toch.
Het is weer een heel verhaal geworden en interessant om te lezen.
Knap zoals jullie je tijd verdelen tussen reizen en genieten.
Heel veel plezier tijdens het vervolg van jullie reis.
Ik zou zeggen: tot het volgende verslag.
Groetjes,
Tante Ria en Ome Kees -
11 Augustus 2014 - 20:12
Annemarie En Cor:
Inderdaad weer een heel mooi reisverslag. Jullie hebben weer heel wat beleefd en meegemaakt.
Hopelijk blijven jullie zo genieten van jullie lange reis.
We verheugen ons weer op het volgende verslag.
Groetjes paps, mams en Sander
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley