Op naar de nonnen...

Gaan we wel, of gaan we niet, en met wie gaan we? We gaan naar het Shivapuri Nagarjun National Park. We overwegen eerst zelfstandig te gaan met een lokale bus. Het hotel raadt ons echter aan met de taxi te gaan. Uiteindelijk bieden ze ook een gids aan met kennis van de paden en flora en fauna in het merk. Aangezien een gids verplicht is in het park spreken we dat af.

Uiteindelijk kunen we rond 10.15 uur vertrekken naar het park. Onderweg begint het wat te regenen, dat is wel jammer, zeker omdat het bij aankomst nog wat regent, maar goed, we gaan de jungle in! Bij de poort van het park wordt ons nóg een gids aangesmeerd, maar de gids die we hebben geeft aan dat dat allemaal niet nodig is, en stopt hem wat toe. Met een entreeticket op zak gaan we de poort door, waar we nog eens gecheckt worden door het leger/rangers die het gebied beschermen tegen stropers.In het begin is het nog wat bewolkt en regenachtig. Gelukkig hebben we onze regenjassen bij, en onze gids ook een paraplu, lekker handig toch in de jungle?!

We lopen naar Shivapuri Peak, waar de Bagmatirivier ontspringt. Al bij de start van de wandeling moeten we wat klauteren om een rivier(tje) over te komen. Het gaat helaas niet zoals de gids zou willen, dus we moeten ook weer een stuk terug, de rivier is namelijk te wild om veilig over te gaan. Na de rivier kunnen we echt verder. Nog net voordat de gids ons waarschuwde om uit te kijken voor wilde dieren, zoals herten, tijgers of wilde zwijnen, sprong er een hert weg de bosjes in. Helaas net te laat voor de foto, maar wel super gaaf! Hier en daar staat het gras vrij hoog, waardoor je niet goed kunt zien of er dieren zitten. We wandelen rustig verder en soms zien we tussen de wolken door de Kathmandu Valley.

Het regent inmiddels nog steeds, en we hebben al ruim anderhalf uur gelopen. We komen bijna aan bij de oorsprong van de rivier, als ook hier blijkt dat we niet verder kunnen, aangezien het ook hier hard stroomt (vanwege de Moesson). In het Shivapuri National Park stromen onder andere de Bagmati en de Bishnumati die voor de watervoorziening van de Kathmandu Valley zorgen. Hier wordt dagelijks zo’n 30 miljoen water uit de rivieren gebruikt. Andere wetenswaardigheden van het park zijn: hier leeft de Aziatische Zwarte Beer, Luipaard, Jungle Cat, Makaken, vele verschillende vogels, en natuurlijk veel vegetatie, zoals orchideeën te vinden.

We maken bij het punt op meer dan 2.000 meter hoogte enkele foto’s en dalen weer af. We kletsen wat met de gids Ram. Hij vertelt wat over zijn gezin, hoe het onderwijs in Nepal in elkaar zit en wat hij zoal doet voor de kost. Het is erg leerzaam en gezellig. We komen aan bij het punt vlak bij de ingang, als we de andere weg inslaan naar Nagi Gumpa, het nonnenklooster. We vragen hoelang het lopen is, hij zegt dat we er zo zijn. Goed, dat duurt dus langer dan gedacht, maar het was zeker de moeite waard. Het is inmiddels redelijk opgeklaard, en dat zorgt voor mooie vergezichten over de vallei. Ineens springt er weer een hert voor ons langs de bosjes uit en de weg over. Deze ging wel heel snel!
Onderweg komen we enkele monniken tegen in mooie gewaden, zoals we dat kennen van de monniken uit Tibet. Ze hebben rood met een soort goudgeel gewaad aan. Bij het klooster nemen we pauze. We drinken water en biscuits met uitzicht op Kathmandu Valley. Heel mooi! Om ons heen rennen de jonge monnikjes. Onze gids vertelt dat sommige gezinnen een tweede of derde kind ‘weggeven’ aan de monniken. Ze komen dan bijvoorbeeld hier terecht. Aan de ene kant zielig, maar de lijken het naar hun zin te hebben.

Na onze verlate lunchpauze gaan we terug naar beneden. Rond half zes zijn we terug bij de auto en rijden we terug naar de stad. Na een snelle douche in het hotel besluiten we nog wat te gaan eten. We kiezen voor het Gaia Restaurant. Een gezellig restaurantje in een zijstraatje vlakbij het hotel.